Vanaf 1 februari 2016 zijn de streefwaarden verlaagd.
1e intensiteitsgroep INR 2.5 – 3.5 oud INR 2.0 – 3.0 nieuw
2e intensiteitsgroep INR 3.0 – 4.0 oud INR 2.5 – 3.5 nieuw
Wat zijn streefwaarden?
Streefwaarden zijn bedoeld om zoveel tabletten voor te schrijven dat de INR (uitslag stollingstijd) tussen de 2.0 – 3.0 of 2.5 – 3.5 uitkomt. Is de INR hoger dan 3.0 of 3.5 dan is de stollingstijd verlengd. Hoe hoger de INR hoe meer kans op een bloeding. Een INR onder de streefwaarden is ook niet goed, want dan wordt het risico op trombose weer groter.
De 1e intensiteitsgroep omvat indicaties voor een antistollingsbehandeling waarbij het risico op trombose iets minder groot is dan in de 2e intensiteitsgroep.
Door onderzoeken en ervaringen is men tot de conclusie gekomen dat ook met een iets lagere INR waarde sprake is van een goede antistolling met als voordeel dat het risico op een bloeding afneemt. In Nederland lopen wij nu op één lijn met de internationale afspraken hierover.
De dosering van de antistollingsmedicijnen zal daarom iets verlaagd worden.
Er zijn mensen die wegens herhaalde trombose of om een andere reden hogere streefwaarden of vanwege bloedingsrisico soms juist lagere streefwaarden hebben. Bij deze mensen heeft de trombosedienst de huisarts of specialist apart benaderd en specifiek gevraagd welke streefwaarden er gehanteerd moeten worden.