Subclavia trombose

Achtergrond

anatomie_nek_288x297
Een trombose van de vena subclavia, de ader die het bloed verzamelt vanuit de arm en de hals, is redelijk zeldzaam. Minder dan 2% van alle patienten met een trombose hebben een trombose in het de vena subclavia of vena axillaris. Deze laatste brengt het bloed vanuit de arm naar de vena subclavia.

Oorzaken

Een trombose van de vena subclavia gebeurt zelden spontaan. Meestal is er een onderliggende reden. Meestal is het een gevolg van een zgn “centraal veneuze catheter” een infuus dat wer ingebracht in het bloedvat voor toediening van vocht, bloedproducten, medicijnen of voeding. Dergelijke catheters worden voornamelijk gebruikt op hospitaalafdelingen zoals intensieve zorgen (IC), hematologie en oncologie. Andere redenen zijn intraveneus druggebruik, compressie van de bloedvaten in het oksel (zie Thoracic Outlet Syndroom), en onderliggende stollingsafwijkingen (zie trombofilie).

Symptomen

De symptomen van een subclaviatrombose hebben voornamelijk te maken met de stuwing die ontstaat omdat het bloed slecht vanuit de arm naar het hart kan vloeien. De arm wordt dikker en kan pijnlijk zijn. Ook de hals kan opgezet zijn. Longembolie kan een complicatie zijn van een subclaviatrombose in 15-25% van de gevallen.

anatomie_okselvaten_500x403

Behandeling

Een subclaviatrombose wordt behandeld zoals andere tromboses in het lichaam door middel van antistolling. Wel is de duur van de behandeling korter als de trombose werd veroorzaakt door de aanwezigheid van een centraal veneuze catheter. Als die verwijderd is, kan volstaan worden met een behandeling van 4-6 weken indien het een onverwikkelde trombose betreft.Bij andere oorzaken van een subclaviatrombose is de behandelingsduur langer en afhankelijk van de onderliggende oorzaak.