Thoracic Outlet Syndroom

Definitie

tos_diagram2_305x295

Het Thoracic Outlet Syndroom (TOS) is een groep symptomen aanwezig in de armen, nek en schouders die voorkomen door druk op bloedvaten (aders en slagaders) en zenuwen waar de thorax (borstkas) overgaat in de arm. Dit gebied wordt in het Engels de “thoracic outlet” genoemd. Meestal zijn de symptomen houdingsafhankelijk. Afhankelijk van de structuur die het meest gekneld raakt heeft de patient neurologische, arteriele, veneuze of lymfatische problemen. Deze structuren worden gekneld in de relatief kleine ruimte tussen ribben, spieren en sleutelbeen waardoor ze van de borstkas naar de arm lopen.Het meest gevoelig voor drukproblemen zijn de slagader en de zenuwen.

De Plexus Brachialis is het geheel van zenuwbanen in dit gebied en komt gemakkelijk in de problemen door de nauwe structuren (ongeveer 95% van alle TOS gevallen).
De slagader (Arteria Subclacvia) heeft van de bloedvaten de hoogste kans (5% van alle TOS) op een drukprobleem met name bij toename van het spierweefsel in dit gebied.
De ader die de slagader vergezelt in dit gebied neemt een iets andere route en komt daardoor veel minder vaak (1% van alle TOS) in de problemen.
Grote lymfevaten passeren ook door dit gebied maar komen zelden in de problemen.

Oorzaak

De oorzaak van een TOS ligt bij abnormaal gelegen of in volume toegenomen spieren, of in abnomale botstructuren. Dit kunnen aangeboren abnormaliteiten zijn of slecht geheelde ribben na een fractuur.

Symptomen

De symptomen zijn afhankelijk van de aard van de structuur die gekneld wordt.
Bij een zenuwbeknelling is het voornamelijk pijn, verminderde gevoeligheid, tintelingen en spierzwakte in de arm.
Bij een slagaderprobleem zal in bepaalde houdingen de bloedvoorziening van de arm in de problemen komen. Men kan dan een zogenaamde “witte hand” hebben, een teken van verminderde bloeddoorstroming van de hand. De arm kan in zijn geheel ook bleker zijn en kouder aanvoelen. Deze problemen kunnen bij momenten optredn maar als de bloedtoevoer te lang wordt verstoord, kan dit leiden tot zuurstoftekort en weefselschade.
Bij een probleem thv de aders wordt de bloedstroming vanuit de arm naar het hart bemoeilijkt en zal er “stase”van het bloed optreden en dit leidt tot het ontstaan van trombose. Ook zonder trombose zal bij een veneus TOS zwelling van de handen optreden.
Bij afklemmen van de lymfevaten krijgt met problemen met de afvoer van lymfevocht uit de arm met een zwelling van de arm als gevolg.

Behandelingtos_diagram5_342x389

Hierbij moet een verschil gemaakt worden tussen de behandeling van het TOS en preventieve maatregelen om complicaties te vermijden.

De behandeling van een TOS is de beknelling op te lossen door het wegnemen van de “knellende”rib en eventueel het stenten van bloedvaten die gekneld worden. Ribresectie wordt voornamelijk gedaan in geval van neurologische of arteriele problemen, minder bij veneuze problemen. De complicaties van dergelijke TOS chirurgie zijn het optreden van neurologische verwikkelingen. Het risico’s van de ingreep moeten worden afgewogen tegen de problemen van het TOS. Bij arteriele problemen wordt vaak overgegaan tot het inbrengen van een zgn “stent” in het bloedvat om de slagader open te houden onder de verhoogde druk.

Vaak wordt volstaan met conservatieve maatregelen om de gevolgen van een TOS te verminderen. Dit kan fysiotherapie zijn om een andere houding aan te nemen waardoor het verloop van de structuren minder wordt gekneld. Soms is een dieet nodig om gewicht te verliezen waardoor minder vetweefsel aanwezig zal zijn in een al nauw gebied. Ook ontstekingsremmende medicijnen kunnen de beknelling verminderen.

Wat betreft veneuze beknelling, kan antistolling worden gegegeven om het risico op trombose te verminderen. De oorzaak van de beknelling en de verhoogde stase blijven dan wel bestaan maar het tromboserisico wordt verminderd.