Er zijn aanwijzingen dat bepaalde enzymen in de lever worden gestimuleerd door roken zodat bepaalde medicijnen sneller door de lever verwerkt worden. Dit lijkt het geval te zijn met bepaalde antistollingsmiddelen zoals heparine en warfarine. Bij patiënten onder heparine kan een wat hogere dosis noodzakelijk zijn bij rokers dan bij niet-rokers. De invloed lijkt beperkt en is afhankelijk van de mate waarin gerookt wordt.
Voor de coumarines zijn er enkel gegevens voor warfarine, doch dit geldt waarschijnlijk ook voor de andere coumarines zoals acenocoumarol (Sintrom Mitis) en phenprocoumon (marcoumar). Het metabolisme voor warfarine wordt verhoogd door te roken en dit verkort de werkingsduur van het medicijn. Met warfarine werden echter geen belangrijke INR-schommelingen gezien, maar wel werd vastgesteld dat wanneer hevige rokers plots stoppen met roken de INR kan stijgen. Hier kan ook wel een factor stress meespelen.
Roken is een risicofactor voor trombose, met name arterieel, omdat het leidt tot beschadiging van de vaatwand. Roken wordt daarom afgeraden bij patiënten met (arteriële) trombose. De invloed op de INR bestaat, maar is meestal beperkt.