Tijdens de zwangerschap ondergaat het lichaam verschillende veranderingen die ertoe leiden dat er een hoger risico op trombose bestaat. Dit risico neemt toe naarmate met de zwangerschapsduur. Het risico voor trombose is het hoogst in het kraambed en de weken nadien. Patiënten die onder antistolling stonden voor de zwangerschap zullen deze behandeling dan ook tijdens de zwangerschap moeten volgen en sommige patiënten die nog geen antistolling hadden, zullen tijdens de zwangerschap met deze behandeling moeten starten omwille van het verhoogde tromboserisico.
Het gebruik van antistollingsmiddelen zoals acenocoumarol (Sintrom Mitis) en fenprocoumon (Marcoumar ) geeft een verhoogd risico op bloedingen; Dit is ook het geval in de zwangerschap. Deze middelen (coumarines) hebben echter tijdens de zwangerschap nog andere ongewenste effecten. Deze medicijnen gaan door de placenta en hebben zo effect op het kind; bij gebruik ervan in de eerste trimster van de zwangerschap kunnen aangeboren defecten bij het kind optreden onder de vorm van botmisvormingen en neurologische afwijkingen. Tijdens het eerste trimester van de zwangerschap dienen acenocoumarol (Sintrom Mitis) en fenprocoumon (Marcoumar ) dan ook te worden vermeden.
Advies:
- Indien u onder behandeling met deze medicijnen (coumarines) bent, dient u een eventuele zwagerschap vlug te herkennen zodat de medicijnen tijdig kunnen worden gestopt. Doe tijdig een zwangerschapstest indien de menstruatie uitblijft.
- Indien u een kinderwens hebt en u staat onder behandeling met fenprocoumon (Marcoumar ), is het beter om over te gaan op acenocoumarol (Sintrom Mitis). Fenprocoumon (Marcoumar ) heeft namelijk een lange werkingsduur zodat effect nog enkele weken aanwezig kan zijn. Het effect van acenocoumarol (Sintrom Mitis) is veel korter. Als bij zwangerschap de coumarines worden gestopt, zal een belangrijke hoeveelheid vitamine K worden gegeven om het effect teniet te doen.
- Bij kinderwens of zwangerschap is het aangeraden om dit aan de trombosedienst te melden en een afspraak te maken voor een gesprek met een arts van de trombosedienst. Bij de Trombosedienst Leiden is dr. F.J.M. van der Meer beschikbaar om deze patiënten te begeleiden.
Eerste trimester: LMWH
Zeker tijdens het eerste trimester van de zwangerschap worden acenocoumarol (Sintrom Mitis) en fenprocoumon (Marcoumar ) vervangen door zgn. LMWH (Laag Moleculair Gewicht Heparines) zoals Fraxiparine , Fragmin , Innohep , Clexane of Fraxodi . Deze medicijnen gaan niet door de placenta en hebben als dusdanig geen effect op het kind. Zoals de coumarines zijn het antistollingsmiddelen en geven ze dus wel een verhoogd bloedingsrisico.
De LMWH komen in de vorm van subcutane injecties. De patiënt moet zichzelf dus dagelijks één of twee maal onderhuids inspuiten. Dit gaat over het algemeen zonder veel problemen. Vaak op dezelfde plek inspuiten kan wel plaatselijk pijnlijke blauwe plekken geven. De coumarines worden liefst gestopt voor de 6e week van de zwangerschap. De LMWH worden gegeven tot tenminste de 12e week.
Tweede en derde trimester: LMWH of coumarines
Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van de coumarines (acenocoumarol (Sintrom Mitis) en fenprocoumon (Marcoumar )) tijdens het tweede trimester van de zwangerschap laattijdige effecten kunnen hebben op de schoolontwikkeling van het kind. Hierover is nog niet veel bekend. Het recent in Nederland uitgevoerde LEPEC onderzoek toont een klein verschil aan tussen kinderen waarvan de moeder coumarines kreeg tijdens de zwangerschap en kinderen waarbij dit niet het geval was. Momenteel zijn er nog geen richtlijnen hierover maar vanuit de Verenigde Staten komt de trend om de coumarines gedurende de hele zwangerschap te vervangen door de LMWH. Ook de Trombosedienst Leiden is geneigd deze trend te volgen.
De behandeling met coumarines is gemakkelijker omdat de patiënten dit als pillen innemen en er geen noodzaak is om zichzelf onderhuids in te spuiten. Daarom wordt individueel met de patiënt besproken welke behandeling na het eerste trimester zal worden gevolgd.
Indien wordt gekozen voor coumarines tijden het tweede en derde trimester van de zwangerschap, worden deze opnieuw door LMWH vervangen tegen het einde van de zwangerschap (36e week) om eventuele bloedingen tijdens de bevalling te beperken.
Na de bevalling
Na de bevalling worden de coumarines opnieuw opgestart waarbij tijdens de eerste dagen de LMWH nog worden voortgezet tot de coumarines een voldoende effect hebben. Hierbij zal voornamelijk voor acenocoumarol (Sintrom Mitis) worden gekozen.
Borstvoeding
Tijdens een antistollingsbehandeling kan gewoon borstvoeding worden gegeven. Borstvoeding is relatief arm aan vitamine K en door het gebruik van de coumarines wordt dit nog minder. Hoewel kinderen na de geboorte een hoge dosis vitamine K toegediend krijgen, is het aangeraden ze extra vitamine K (50microgram/dag) te geven onder de vorm van Davitamon druppels indien ze enkel borstvoeding krijgen. Bijvoedingen en flesvoeding zijn relatief rijk aan vitamine K. Als het kind dergelijke bijvoeding of flesvoeding krijgt, is het onnodig extra vitamine K te geven.