Dit is een niet-erfelijke (verworven) toestand waarbij het lichaam antilichamen maakt tegen een bepaald bestanddeel (fosfolipiden) van de membraan van de bloedplaatjes. Dit geeft het aparte resultaat dat aan de ene kant de APTT (stollingstijd) verlengd kan zijn wat meestal een bloedingsneiging geeft, en aan de andere kant een verhoogde kans op trombose. De APTT verlenging is enkel een laboratoriumfenomeen.
De aanwezigheid van een Lupus Anticoagulans kan deel uitmaken van een zgn antifosfolipiden syndroom waarbij antifosfolipiden (anticardiolipinen) antistoffen kunnen worden aangetoond. Enkel de aanwezigheid van het Lupus Anticoagulans zelf is duidelijk gerelateerd aan een verhoogd tromboserisico.
Wat deze toestand uitlokt, is meestal niet duidelijk. Het kan door infecties, medicijnen en andere ziektes uitgelokt worden.
Er is buiten een verhoogde kans op veneuze trombose ook een verhoogde kans op arteriële problemen en op problemen tijdens de zwangerschap.